Uit een nieuw rapport van de VBDO blijkt dat bedrijven onder toenemende druk van investeerders en regelgeving hun rol in duurzame ontwikkeling steeds meer erkennen, maar dat de werkelijke impact afhangt van de verankering van hun ambities in formele strategieën en een diepere dialoog met stakeholders in de waardeketen.
Ketengedreven activiteiten
Met de publicatie van haar jaarlijkse AGM Engagement Report, viert de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) dit jaar haar 30ste jaar aan engagement. Het rapport benadrukt dat bedrijven duurzaamheid steeds vaker erkennen als verantwoordelijkheid, maar roept tegelijkertijd op tot meer focus op het vertalen van intenties naar concreet, waardeketen breed beleid en bijpassende implementatie.
Tijdens het engagementseizoen van 2025 stelde de VBDO 143 gerichte duurzaamheidsvragen tijdens 29 aandeelhoudersvergaderingen, verspreid over drie duurzaamheidsthema’s: biodiversiteit, leefbaar loon en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze inspanningen resulteerden in toezeggingen van diverse toonaangevende Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. De bevindingen onderstrepen één centraal punt: formalisering en stakeholderbetrokkenheid moeten nu de ruggengraat vormen van duurzaam ondernemen.
“Duurzaamheid kan niet langer een op zichzelf staand programma of een verzameling losse initiatieven zijn,” aldus Angélique Laskewitz, directeur van de VBDO. “Om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen, moeten bedrijven hun ambities verankeren in gestructureerd beleid en een gezamenlijke aanpak hanteren – met name door degenen die het meest worden geraakt in hun waardeketens te betrekken, zoals lokale gemeenschappen, werknemers en leveranciers.”
Biodiversiteit, leefbaar loon & de CSRD
De VBDO voert per thema drie jaar lang onderzoek en activiteiten uit. De resultaten worden jaarlijks gerapporteerd en leveren enkele opvallende inzichten op.
Zo heeft slechts een derde van de bedrijven buiten de financiële sector, beleid geïmplementeerd dat leefbare lonen in de toeleveringsketen aanpakt. Dit ondanks dat meer dan 60% van de benaderde bedrijven de bijbehorende risico’s erkent.
Op het gebied van biodiversiteit werkte iets meer dan de helft van de bedrijven samen met stakeholders zoals lokale gemeenschappen, maar slechts 43% definieerde biodiversiteitsgevoelige gebieden buiten de eigen bedrijfsvoering.
Sinds de inwerkingtreding van de CSRD geeft ruim 4 van de 5 van de bedrijven aan dat er beleid voor stakeholderbetrokkenheid is, maar slechts een derde koppelt deze inspanningen aan due diligence binnen de waardeketen.
Risico op achterstand
Hoewel deze cijfers vooruitgang laten zien, benadrukken ze ook een zorgwekkende kloof tussen visie en daadwerkelijke implementatie. Bedrijven die hun duurzaamheidsstrategie niet tijdig formaliseren, riskeren achter te blijven op het gebied van regelgeving, verwachtingen van investeerders en reputatie.
Het rapport waarschuwt bovendien voor zelfgenoegzaamheid, juist nu sommige EU-duurzaamheidsregels worden afgezwakt of vertraagd. “Het Omnibusvoorstel en de aarzelingen rond de richtlijn Corporate Sustainability Due Diligence kunnen verwarrende signalen afgeven,” aldus Laskewitz. “Bedrijven moeten kaders zoals de CSRD en CSDDD zien als katalysator, niet als afvinklijst.”