nl nl en en

Duurzaam beleggen bij pensioenfondsen moeizaam op gang

VBDO heeft de Nederlandse pensioenfondsen weer uitgenodigd voor deelname aan de jaarlijkse Benchmark verantwoord beleggen door pensioenfondsen. Wat is de stand van zaken rondom duurzaam beleggen door pensioenfondsen? Lucienne de Bakker van VBDO werd geïnterviewd over dit onderwerp door het FD.

Uit het FD van 13 mei 2018:

Nederlands grootste pensioenfonds, ABP, ligt niet op schema met het verduurzamen van de aandelenportefeuille. Dat blijkt uit het jaarverslag ‘Duurzaam en verantwoord beleggen 2017’ dat ABP vorige week heeft uitgebracht.

Het fonds kondigde in 2015 aan voor alle 10.000 bedrijven waar het mogelijk in kan beleggen te beoordelen of ze voldoen aan de ESG-criteria (Environmental, Social and Government) voor beleggen met aandacht voor milieu, maatschappij en goed bestuur. In december 2017 waren pas 593 bedrijven getoetst.

‘Het verkrijgen van de informatie en het bouwen van de database kost meer tijd dan verwacht’, zegt ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool. Via verschillende dataleveranciers zamelt ABP gegevens in over de bedrijven waarin het fonds investeert. Uit die informatie kunnen beleggers putten bij de selectie van investeringen.

Ondanks de vertraging verwacht Wortmann-Kool voor 2020 klaar te zijn. ‘Het systeem is gebouwd. Nu kan APG echt uit de startblokken komen’, zegt ze. APG is een pensioenuitvoerder die de investeringen voor ABP doet.

Beleggen in windmolens

Op de duurzaamheidsranglijst van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) deelt ABP de eerste plaats met het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en BPL Pensioen, het pensioenfonds voor de agrarische en groene sector. PFZW probeert via gesprekken invloed uit te oefenen op bedrijven in de portefeuille die niet aan de ESG-criteria voldoen. Tot eind 2017 had het fonds met 361 van de rond 2500 beursgenoteerde ondernemingen waarin het belegt een dialoog gevoerd.

Beide pensioenfondsen investeren daarnaast in bedrijven die bijdragen aan het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Dat kan variëren van het bouwen van windmolens tot het investeren in schoon drinkwater en onderwijs. PFZW wil de hoogte van deze beleggingen van €5 mrd in 2014 verhogen naar €20 mrd in 2020. Met het huidige beleid komen deze zogenoemde impactbeleggingen in dat jaar uit op €16 mrd, staat in het jaarverslag 2017.

Wel heeft PFZW de CO₂-voetafdruk van de aandelenportefeuille met 27% gereduceerd ten opzichte van 2014, door aandelen in bedrijven met een hoge uitstoot te verkopen. De doelstelling is 50% in 2020. ABP bereikte een reductie van 28% over dezelfde periode, wat meer is dan de beoogde reductie van 25% tot 2020.

Koudwatervrees

Maar als pensioenfondsen duurzamer willen worden, moeten ze hun bestaande beleggingen aanpassen, vindt Hans Schenk, emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht. Het grootste gedeelte van de €409 mrd die ABP beheert, zit immers in de aandelen die het fonds al heeft. PFZW, qua omvang het tweede pensioenfonds van Nederland, heeft een belegd vermogen van €197 mrd.

Uit onderzoek blijkt dat duurzaam beleggen niet minder rendement oplevert. ‘De belangrijkste conclusie is dat het in ieder geval geen geld kost. Je kunt dus net zo goed beleggen in bedrijven die zich aan de ESG-criteria houden’, zegt Schenk. Die houding ziet hij bij pensioenfondsen niet terug. ‘Ik vind dat pensioenbestuurders nogal afwerend zijn, meer dan het wetenschappelijke materiaal hun toestaat.’

‘Inzetten op olie en gas is op termijn nog veel risicovoller dan inzetten op schone energie’, zegt Lucienne de Bakker van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Fossiele brandstoffen raken op, en klimaatverandering veroorzaakt bijvoorbeeld waterschaarste en overstromingen. Bovendien willen veel deelnemers graag dat hun fonds bijdraagt aan de duurzame ontwikkelingsdoelen. De Bakker: ‘Nog niet bij iedereen is het kwartje gevallen dat duurzaam beleggen niet alleen geld kost, maar ook een “business opportunity” is.’

‘Er is sprake van een soort koudwatervrees’, bevestigt Piet Klop, adviseur voor verantwoord beleggen bij PGGM, pensioenuitvoerder van PFZW. ‘De grootste critici argumenteren op basis van gebrek aan historische data. En we hebben nu eenmaal geen gegevens over duurzaam beleggen van de afgelopen twintig jaar.’

Shell

Shell haalt een goed rendement. ‘Het bedrijf lijkt ten dode opgeschreven, maar de beurskoers doet het prima’, zegt Klop. De olie- en gasboringen van Shell zijn een risico voor de reputatie van het bedrijf. ‘Maar die laatste druppel olie kan heel veel opleveren.’

Ook bij ABP is winst een reden om in een bedrijf te blijven beleggen. ‘Als een bedrijf nog niet aan de ESG-criteria voldoet, maar wel een mooi rendement laat zien en ambitie toont om duurzamer te worden, dan blijven we erin beleggen’, zegt Wortmann-Kool. ‘En Shell is een bedrijf dat stappen zet.’

BPL heeft de aandelen Shell wélverkocht. In 2016 besloot het fonds de aandelenportefeuille, die krap40% van de totale beleggingenuitmaakt, opnieuw vorm te geven. Daarvoor zijn de 30% bedrijven die het minst voldeden aan de ESG-criteria uitgesloten. Daarnaastheeft BPL de totale CO₂-voetafdruk van de aandelenportefeuilleontwikkelde markten sinds 2016met ruim 50% verminderd.

Sinds begin dit jaar sluit BPL ook steenkoolbedrijven en tabaksproducenten uit. Actiegroepen als Follow This en Fossielvrij willen dat pensioenfondsen helemaal uit de fossiele industrie stappen. ‘Maar dat is een te groot risico’, zegt Jan Karstanje, vermogensadviseur voor het pensioenfonds. BPL belegt bijvoorbeeld nog wel in ExxonMobil, omdat dat bedrijf beter scoort op de ESG-criteria en qua CO₂-uitstoot.

Waarom lukt BPL wel waartoe ABP en PFZW nog niet in staat lijken? ‘Het bestuur van BPL heeft al veel eerder de keuze voor duurzaam beleggen gemaakt’, zegt Karstanje. Bovendien is het fonds met €16,4 mrd belegd vermogen een stuk kleiner dan ABP, wat het makkelijker maakt te veranderen. ‘Het zijn de eerste stappen en ik ben blij dat ze gezet worden’, zegt Schenk over de tot nu toe genomen maatregelen. ‘Wat niet wegneemt dat we aan moeten zetten tot meer.’