nl nl en en

Leven van de wind? Beleggen in duurzame energie

Met de huidige ontwikkelingen op de energiemarkt lijkt duurzaam investeren in wind- en zonne-energie geen gek idee. Maar er is veel keuze en zeker voor beginnende beleggers kan dit ondoorzichtig zijn. ‘Duurzaam beleggen kost tijd, je moet wel je huiswerk maken.’

Met het Klimaatakkoord van Parijs (2015) in het achterhoofd en de wens om het gebruik van fossiele brandstoffen én onze CO2-uitstoot te verminderen, is het niet gek dat wind- en zonne-energie de snelst groeiende energiebronnen ter wereld zijn. Immers, de CO2-uitstoot is nul en wind en zon raken nooit op. Steeds meer pensioenfondsen, verzekeraars en particuliere beleggers ontdekken daarom de mogelijkheden van beleggingen in windmolens en zonneparken.

Investeren in duurzame energie is een voorbeeld van duurzaam beleggen, een markt die zeker voor beginnende beleggers mistig kan zijn. Want wat is duurzaam beleggen en wat past het beste? Een partij die deze markt goed in de gaten houdt, is VBDO, Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling.

‘Wij zijn al 27 jaar met dit thema bezig’, zegt Mart van Kuijk, projectmanager bij VBDO. ‘We zien dat duurzaam beleggen de laatste jaren een sterke ontwikkeling doormaakt. Uit ons onderzoek van afgelopen jaar blijkt dat inmiddels 38 procent van het particuliere belegde vermogen duurzame beleggingen betreft. Een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor. Er heeft dan ook een enorme shift plaatsgevonden: duurzaam beleggen is de norm geworden.’

Op zich een positieve ontwikkeling, maar volgens Van Kuijk ligt commercialisering van duurzaamheid op de loer. ‘Soms worden investeringen duurzamer voorgedaan dan ze in werkelijkheid zijn. Het is belangrijk je goed te verdiepen in de diverse producten. Gelukkig komt er steeds meer Europese wet- en regelgeving rondom duurzaam beleggen. Wij volgen dat op de voet. Maar investeringen in wind en zonne-energie zijn vrijwel altijd duurzaam.’

windmolens en zonneparken

De markt voor duurzame investeringen is dus enorm gegroeid. Waar te beginnen? Van Kuijk adviseert beleggers allereerst een aantal stappen te doorlopen (zie kader). ‘Formuleer wat duurzaamheid voor jou is en stel een beleggingsplan op. Het geeft houvast in tijden van zwaar weer en voorkomt dat je meegaat in de emotie van de markt. Beleg ook alleen met geld dat je echt kunt missen en kijk goed naar de voorwaarden: wat is de looptijd, is tussentijds verkopen mogelijk, wat is het beoogde rendement, wat zijn de kosten, valt het onder het toezicht van de AFM? Een vuistregel is: hoe hoger het rendement, hoe hoger het risico.’

Met een goed doordacht plan op zak – waarbij risicospreiding onmisbaar is – is het vervolgens makkelijker bepalen waarin te investeren. Denk daarbij aan aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen.

1. banken en vermogensbeheerders

Bij banken kun je gemakkelijk instappen in duurzame fondsen. Je bepaalt zelf je inleg en hoeveel risico je wilt lopen (offensief, neutraal, defensief). Wil je liever een fonds dat specifiek gericht is op de energietransitie, dan kun je kiezen voor themabeleggen. Hierbij wordt een fonds opgezet rond een specifiek duurzaamheidsthema, zoals hernieuwbare energie of biodiversiteit. Voor dit soort fondsen worden vervolgens bedrijven geselecteerd die goed presteren op dit thema.

2. groenfondsen

Een aparte categorie zijn de groenfondsen. Hierbij lenen beleggingsfondsen geld uit aan bedrijven die groen opereren op een wijze die in de Nederlandse wet staat omschreven. De rendementen op deze groene beleggingen zijn meestal niet hoog, mensen vinden het vaak vooral interessant vanwege het fiscale voordeel. Doordat de vraag hoger is dan het aanbod, is het niet altijd mogelijk in deze fondsen in te leggen. In het rapport ‘Hoe maakt u duurzame keuzes’ van de VBDO staan een aantal voorbeelden genoemd.

3. coöperaties en lokale initiatieven

In duurzame projecten van lokale energiecoöperaties kun je direct duurzaam beleggen in wind- en zonne-energie. Het levert uiteraard rendement op, maar voor veel mensen is deze manier van investeren interessant omdat ze actief meehelpen hun eigen omgeving te verduurzamen. Bij EnergieSamen.nu of HierOpgewekt.nl kun je kijken naar projecten bij jou in de buurt. Ook Peter en Miriam de Regt zijn in zo’n lokaal project gestapt (zie kader). In 2012 was er nog geen vergunning afgegeven, nu draaien 37 van de 47 windmolens. ‘Met een aanlooptijd van zeker tien jaar moet je voordat je eraan begint zeker weten dat je het geld lange tijd kunt missen’, zegt Peter de Regt.

4. beleggen in projecten

Er zijn ook projecten specifiek gericht op zonne- en windenergie. Denk aan investeringsfondsen en crowdfundingplatforms. Een voorbeeld is Meewind. Dit fonds biedt iedereen de mogelijkheid te investeren in duurzame en rendabele energieprojecten (inleg vanaf 250 euro). Deze fondsen zorgen voor de financiering van deze projecten en spelen (waar nodig) een rol in de ontwikkeling, bouw en exploitatie. Ook crowdfundingplatforms als Oneplanetcrowd.nl en Duurzaaminvesteren.nl zijn een mogelijkheid. Het zijn platforms die ondernemingen en particuliere investeerders bij elkaar brengen. Als particuliere investeerder bepaal je zelf in welke aanbiedingen je investeert en voor welk bedrag. Bijvoorbeeld in zonneparken.

5. beleggen in bedrijven

Rechtstreeks investeren in bedrijven is een interessante keuze als je de visie van een bedrijf deelt en vertrouwen hebt in het product. Zo gaf het bedrijf Fastned – van de laadstations voor elektrische auto’s – in het verleden obligaties uit om kapitaal op te halen. Hoewel bij dit soort obligaties vaak goede rendementen worden weergegeven, ben je bij de aflossingen uiteindelijk wel afhankelijk van de financiële gezondheid van een bedrijf.

Van Kuijk herkent de ontwikkelingen van bovengenoemde investeringen, projecten en energiecoöperaties. ‘Veel beleggers willen actief betrokken zijn. Vooral kleinschalige projecten voorzien in die behoefte, maar ook bij grotere windparken erkennen ze het belang van die betrokkenheid. Je ziet dan dat bijvoorbeeld 70 procent wordt gefinancierd door grote bedrijven en institutionele beleggers en dat 30 procent door particuliere investeerders wordt ingebracht. Het creëert draagvlak.’ Tegelijkertijd plaatst Van Kuijk een kanttekening. ‘Je investeert hiermee in één project. Voor de spreiding van risico is het beter niet op één paard te wedden.’

Meer ontwikkelingen

De energietransitie biedt natuurlijk meer kansen dan beleggen in energieopwekking uit wind en zon. Want ook de ontwikkelingen op het gebied van groene waterstof en energie winnen uit aardwarmte staan niet stil. En wat te denken van het opslaan van energie in accu’s. Deze ontwikkelingen vragen echter om grote investeringen. Aan de ene kant gloren daarbij aantrekkelijke rendementen, maar tegelijkertijd mag het risico niet onderschat worden: ontwikkelingen gaan snel en technologieën volgen elkaar snel op. Niet alles waarin geïnvesteerd wordt, zal slagen. Van Kuijk bevestigt dit en benadrukt ook hier het belang om een plan op te stellen en risico’s te spreiden. ‘Wie zelf wil bepalen in welke duurzame beleggingen hij gaat investeren – en dus niet kiest voor een duurzame vermogensbeheerder – zal veel persoonlijke afwegingen moeten maken. Je moet je huiswerk maken. Inderdaad, zelf duurzaam beleggen kost tijd.’

Bron: dit artikel verscheen eerder al in het Nederlands Dagblad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *